Stil Hoekje
Vierde zondag in de Veertigdagentijd C
Verzoening tussen broeders?
‘Accepteer de verzoening’ zegt Paulus in de 2° Korintierbrief. Natuurlijk zal de verzoening van God met ons een gevolg dienen te krijgen in onze verzoening met onze broeders en zusters. Daar gaat de gelijkenis over, die van de twee zonen.
Nogal enkele
Vaders met twee zonen vinden we in de Bijbel: een klassiek thema dus. Het begint al met Adam en Eva, dus met Cain en Abel. De zonen van Abraham: Ismael en Isaak. Diens beide zonen kennen we ook: Jacob en Ezau. Jezus voegt zijn bijdrage aan deze verhalentraditie toe, hier met een vader en een jongste en oudste zoon. En elders geeft Hij een parabel door over een vader met twee zonen, van wie de eerste ja zegt en nee doet en de ander nee zegt en ja doet.
De verloren Zoon
Onder die naam kennen we de gelijkenis. We hebben meer en meer verstaan dat de verlorenheid vooral schuilt in de oudste broer. Alles wat zijn vader is, is van hem. Hem ontbreekt niets: grazige weiden en bokjes en al. Hij maakt er geen gebruik van. Mist hij zijn jongere broer? Of is hij in zijn hart jaloers? Of is hij boos op hem, nu hij alleen het huis moest onderhouden, de verantwoordelijkheid moest dragen als oudste zoon?
In een kader
De parabel is de laatste van een drietal. Alle drie hebben ze de vreugde, de blijdschap als thema. Het kleine dat zoek was en verloren, is het grote. Het zijn de kleine dingen die het bij God doen, ook in de hemel. Daar is meer vreugde om een zondaar die zich omkeert dan om negenennegentig rechtvaardigen die dat niet nodig hebben.
Spirituele nood
Verloren zijn, gevonden worden,dood en leven - dat is uiteindelijk in de schriften de positie waarin wij verkeren. Deze moeten wij niet als biologische verschijnselen verstaan maar als theologische, spirituele levenspraktijk. Wij kunnen levend als doden zijn en, uit die doden op-gewekt, leven.
De jongste
Hij weet hoe het werkt, hoe de juiste relaties in acht genomen dienen te worden tegenover God (omschreven als 'de hemel’) en zijn naaste (wie dan ook)’ Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen U.’ Hij zoekt naar verzoening. Hij kent zijn eigen hart, wist zich tijdelijk verwijderd van de invloedsfeer van zijn eindeloos barmhartige vader, maar hij herpakt zich. Hij weet zich niet waardig, maar keert toch terug. Hij belijdt zijn zonden en ontvangt uiteraard vergeving. De vader wil van zijn zonde niet horen! Hij overtroeft de zondebelijdenis van zijn zoon met een uitgebreid banket! Een geschenk dat de oudste zoon elke dag van zijn leven kon ontvangen.
Amand De Cock, pr.
Zoeken