advent

Ook thuis laten we het derde kaarsje op onze adventskrans branden © Bernadette

 

EEN DERDE KAARSJE

Het gebeurt aan mensen en het gebeurt door mensen

Jubelen en juichen van vreugde

Wij zijn halfweg de advent en steken zondag het derde kaarsje aan. Deze derde zondag wordt ook ‘Gaudate’ genoemd, wat ‘Verheugt u’ betekent. Een sfeer van blijheid spreekt uit de lezingen. ‘Ik wil jubelen en juichen in de Heer. Mijn ziel wil zich verheugen in mijn God,’ horen we Jesaja zeggen. Paulus voegt eraan toe: ‘Weest altijd blij. Dank God voor alles. Bidt zonder ophouden. En blust de Geest niet uit.’ De sfeer van blijheid is ook merkbaar in de liturgische kleur: het donkere paars van de adventsverwachting maakt plaats voor het lichtere roze: Licht komt eraan.

‘Midden onder u staat Hij die gij niet kent.’

Van dat komende LICHT legt Johannes de Doper getuigenis af. Geen licht die ’s morgens opkomt en ’s avonds ondergaat; maar een licht die nooit ophoudt te schijnen en ons lief te hebben. Het is God die met al zijn liefde en genade naar ons toe komt en in ons hart wil wonen. De advent helpt ons om de deur van ons hart voor Hem te openen. Die deur heeft slechts één klink, aan de binnenkant. God klopt en wacht geduldig en liefdevol tot wij onze deur openen, en Hem binnenlaten in ons leven. Advent is uitkijken en waakzaam zijn. In elke ontmoeting, in elke mens die ons nodig heeft, in elke taak of opdracht, in het wonder van de natuur, in de stilte en in gebed, kan God ons tegemoet treden. Zonder een innig en diep verlangen naar Hem zouden wij Hem nooit herkennen. Daarop maakt Johannes de Doper ons attent bij deze derde kaars: ‘Midden onder u staat Hij die gij niet kent.’

Hij zal u dopen met heilige Geest

En hij voegt eraan toe: ‘Ik ben slechts de bode, de aankondiger van Hem die komen zal en zal dopen met de heilige Geest.’

Jesaja legt ons uit wat dit betekent. Dopen met heilige Geest is aan armen een boodschap van hoop brengen door ons allen op te roepen tot gerechtigheid en eerlijkheid, tot liefde voor elkaar en zeker voor hen die aan de kant staan. Het is ons vragen om mensen die bedroefd zijn op te tillen uit hun verdriet en hen hoop en vreugde te schenken. Het is ons aansporen om mensen met een gebroken hart helend nabij zijn, hen daadwerkelijk bij te staan. Het is ons oproepen om licht en warmte te zijn voor anderen.

Een licht dat nooit ophoudt te schijnen

Dit kunnen wij door een zekere levensblijheid en optimisme, door vertrouwen en rust, door nederigheid en bescheidenheid. De mensen die we dagelijks ontmoeten, zouden in ons iets moeten voelen van de liefde van God. Het is zoals de zon en de maan. De zon is het licht en geeft licht en warmte en groeikansen uit zichzelf. De maan niet. Maar toch verlicht de maan in de nacht ons allen, omdat zij het zonlicht weerkaatst. Zo kunnen ook wij Gods liefde uitstralen, telkens weer opnieuw. Op blijde dagen als het ons goed gaat; maar ook in droeve dagen: langs pijn en tegenvallers, fouten, spijt en vergeving. Telkens weer kunnen we getuigenis geven van ons geloof in de grote liefde van de Vader. Het kerstgebeuren waar we naartoe leven is het verhaal van vandaag als we ons hart en onze handen openen; want het gebeurt aan mensen en het gebeurt door mensen.

Adventsgebed

Bekeer je, zegt God,

en durf resoluut te kiezen voor de weg van het evangelie

en van de dienende liefde.

Zorg dat je hart openstaat

wanneer Ik in jou mens wil worden

en wanneer Ik je uitnodig om met Mij te bouwen

aan een rechtvaardige en mensvriendelijke wereld.

Ik heb je nodig om aan mijn liefde handen en voeten te geven,

en om mijn tederheid, voelbaar en ervaarbaar te maken voor armen en kleinen.

Durf je dat?  Ik hoop het?

Het zal je gelukkig maken.

(Erwin Roosen)

Laten wij samen getuigen van het Licht.

Bernadette

 

Zoeken

Dekenaal nieuws