Pinksteren
Pinksteren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pinksteren

‘De komst van de H. Geest’ van de Chinees He Qi

PINKSTEREN



Met Pinksteren vieren we de gave van de heilige Geest. Maar wat betekent dat nu eigenlijk en waarom wordt het beschouwd als het begin van kerk-zijn?

Kort samengevat is Pinksteren het feest waarop christenen bidden en danken om de gave van de heilige Geest. Etymologisch betekent het ‘50 dagen’. Het gaat terug op het joodse bedevaartfeest Sjavoeot, dat 50 dagen na Pasen of Pesach plaatsvindt. 

Op die eerste Pinksteren waren de leerlingen dus net als zovele andere joden in Jeruzalem verzameld voor Sjavoeot, een oogstfeest dat in verband wordt gebracht met de gave van de Tora.

Symbolischer kon het dus niet, wanneer zij uitgerekend op dat feest de Geest ontvingen en vol vuur gingen getuigen over Jezus, de gekruisigde en verrezen Heer, de vervulling van de Tora!

Toch is de heilige Geest geen exclusief christelijk gegeven. 

Al op de eerste bladzijde van de Bijbel komt deze dynamiek ter sprake: “De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de Geest van God zweefde over de wateren.” 

Ook joodse gelovigen zijn vertrouwd met de geest als goddelijke dimensie.

Wie of wat is de Geest?

Altijd blijft de Geest een beetje mysterieus en abstract. Anders dan God spreekt hij niet en hij heeft geen gezicht zoals Jezus. De Schrift spreekt over de Geest in metaforen: alle soorten windkrachten van adem over briesje tot storm, maar ook alle schakeringen van vuur. Hij wordt voorgesteld als een wolk, een vuurzuil of een duif en komt aan bod als een scheppende, verbindende en drijvende kracht, kortom geestdrift.

Wat is er zo nieuw aan de Geest van Pinksteren?

De evangelisten maken één ding heel duidelijk: 

Jezus is de Messias, gezonden en gezalfd door God. Heel Jezus’ leven en getuigenis is gedreven en doordrongen van Gods Geest. Zijn geboorte maakt het al duidelijk: was Maria niet zwanger van de heilige Geest? 

In het relaas over Jezus’ doopsel (Mattheüs 3,16-17) lezen we: 

Nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij terstond uit het water. En zie, daar ging de hemel open en Hij zag de Geest Gods neerdalen in de gedaante van een duif en over zich komen; en een stem uit de hemel sprak: “Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb.”

Daarna werd hij voor 40 dagen de woestijn in gedreven door de Geest.

“De geest brengt de Vader en de Zoon in perfecte syntonie.”

Daarom kan Jezus bij zijn hemelvaart aan zijn leerlingen zeggen dat Hij hen zelf een Helper zal sturen. En die geest wordt nu over de leerlingen

uitgestort, waardoor zij eindelijk ten volle begrijpen wie Jezus was (is) en wat hen te doen stond.

Pinksteren als begin van de Kerk.

De leerlingen begrepen niet alleen wat hen te doen stond, ze waren zo vol vuur dat niets hen nog kon tegenhouden. 

Ze begonnen te getuigen en maakten op één dag 3.000 leerlingen, zo luidt het. De gave van de Geest is dus ook een (vreugdevolle!) opgave.

Het is geen toeval dat de Kerk voor de periode tussen Pasen en Pinksteren koos om het sacrament van het vormsel toe te dienen aan geloofsleerlingen. Het vormsel houdt immers de gave van de Geest in en de zending om zelf als gevormde christen in eenheid met God te leven en van daaruit het geloof door te geven.

Zo ligt dus het waaien van de Geest aan de oorsprong van de Kerk, destijds in Jeruzalem, maar ook vandaag nog.

Leven vanuit de Geest.

De grote theoloog Karl Barth vatte het uiterst gebald samen, zo lezen we in het boek Met een naam en een gezicht (Halewijn, 2016):

God de Vader is de totaal Andere die tegenover ons staat

God de Zoon is het mens-geworden Woord die voor ons uit gaat

God de Geest is Gods liefde en kracht die in ons en in de wereld woont en werkt

We ervaren Gods Geest in de verbondenheid en kracht die kunnen uitgaan van solidariteit en gebed, van een catechese of getuigenis die aankomt, van een muziekstuk dat je een brok in de keel bezorgt, van een gebaar dat muren afbreekt en een kil hart verwarmt.

De Geest is, in ons en om ons heen, veel actiever dan we meestal vermoeden.

Gemeenschappelijke thema's en symbolen geassocieerd met Pinksteren in de kunst.

In de religieuze kunst wordt Pinksteren vaak op een zeer symbolische manier weergegeven: tongen van vuur, een duif, de apostelen en Maria, de diversiteit van volkeren, de kerk, wind en adem, het boek of boekrol en licht.

‘De komst van de H. Geest’ van de Chinees He Qi



He Qi is een Chinees kunstenaar die in Amerika verblijft. Op zijn werk 'De komst van de Heilige Geest' valt veel te ontdekken: er worden gebouwen van overal ter wereld afgebeeld. De vlam boven de hoofden zien eruit als een duif, een verwijzing naar de heilige Geest. De afgebeelde personen lijken vrouwen te zijn . De wolkjes kunnen herinneren aan de Hemelvaart. De brandende kaars kan verwijzen naar de paaskaars, symbool voor Jezus, als licht in de wereld.

Pinksteren in de klassieke muziek:

Wolfgang Amadeus Mozart was pas 12 toen hij een werk rondom het pinksterfeest schreef: het motet Veni Sancte Spiritus. De compositie was een voorbereidende oefening voor wat later zijn Missa Brevis zou worden. Het motet volgt het vers uit de psalm van de pinkster-mis. Ook Johann Sebastian Bach schreef veelvuldig pinkstermuziek. Trompetten, pauken en grootschalige feestklanken overheersen in de cantate O ewiges Feuer, o Ursprung der Liebe. Dezelfde feestelijke sfeer komt terug in Erschallet, ihr Lieder, erklinget, ihr Saiten!, de eerste pinkstercantate van Bachs hand. Wat verder terug in de tijd waren het onder anderen Thomas Tallis, Guillaume Dufay en John Dustaple die zich door de Heilige Geest lieten inspireren, met hun Veni creator spiritus.

Veni Creator Spiritus is een kerkelijke pinksterhymne, meestal gezongen in het gregoriaans en gebaseerd op een tekst van de monnik Hrabanus Maurus. De eerste twee zinnen van de hymne gaan als volgt: "Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer, houd Gij bij ons uw intocht, Heer." Deze tekst komt terug in gregoriaanse gezangen, maar inspireerde ook latere componisten. Zo verwerkte Gustav Mahler de tekst in het eerste deel van zijn Symfonie nr. 8. 

Bronnen: Kerknet (Lieve Wouters), C. Leterme, Bijbel in 1000 seconden.

Verwerking artikel:   Luc Rasschaert

 

Zoeken

Dekenaal nieuws