Kruisweg in Fatima©Michiel
Groepsfoto in Vila Viçosa©Michiel
TWEE GETUIGENISSEN VAN DE WERELDJONGERENDAGEN
Michiel en Tatwin gingen mee naar de Wereldjongerendagen.
Hoe zij dit ervaarden willen ze graag met jullie delen.
Een reis om nooit te vergeten!
Toen mijn ouders me vroegen of ik wilde deelnemen aan de Wereldjongerendagen in Lissabon, aarzelde ik geen moment. En het bleek een goede keuze, want het werd een reis om nooit te vergeten.
Ik sloot mij aan bij de jongeren van Godspot en de zusters van de Gemeenschap Zaden van het Woord. Ik was achteraf gezien heel blij dat ik met hen meeging, want er heerste een enorm goede sfeer en ik voelde me meteen opgenomen, ook al was ik met mijn 17 jaar bij de jongsten van de groep. We hebben wat afgelachen, maar evengoed diepe gesprekken gehad. Het voelde als een familie. Toen ik weer thuiskwam, miste ik iedereen en ook nu nog, enkele weken later, zou ik zo meteen met hen allen opnieuw op stap gaan.
Hoewel de Wereldjongerendagen zelf maar 6 dagen in beslag namen, duurde onze reis maar liefst 14 dagen en bezochten we voordien en nadien ook andere plekken in Portugal en Spanje. Vooraf konden we al enkele dagen van Lissabon genieten toen het nog net iets minder druk was. In de dagen voorafgaand aan de Wereldjongerendagen bezochten we ook het bedevaartsoord Fatima en dat maakte een diepe indruk op mij. Ik voelde dat het een heel bijzondere plaats was en werd o.a. geraakt door mensen boete te zien doen door op hun knieën een weg af te leggen. Ook de kaarsjesprocessie en vooral de kruisweg daar vond ik echt de moeite waard en ontroerde me. Ik schrok ervan dat zoveel mensen dit bedevaartsoord bezochten.
Over een massa mensen gesproken, toen de Wereldjongerendagen zelf aanbraken, was ik verbaasd te zien dat we nog met zovele jongeren gelovig zijn. Ik voelde mij echt een deel van de Wereldkerk en dat gevoel heb ik ook meegenomen naar huis.
Dagelijks woonden we een eucharistieviering bij. Nu moet ik eerlijk toegeven dat ik thuis niet elke week naar de mis wil gaan, hoewel ik wel een oprecht gelovig en biddend persoon ben. De mis voelt thuis vaak leeg en saai aan en voor mijn gevoel is het te weinig doorleefd. Daar heb ik het moeilijk mee. Maar de dagelijkse eucharistievieringen die ik tijdens onze 14-daagse reis mocht bijwonen, waren zo anders en deden me goed, ook al waren ze meestal in een andere taal en verstond ik dus niet veel van wat ze zeiden. Toch was er een vreugdevolle en authentieke sfeer en sprak ook de meer eigentijdse muziek me meer aan. Ik was ook aangenaam verrast om zoveel jonge priesters te zien.
Het samen slapen met anderhalf miljoen (jonge) mensen op een weide was een unieke ervaring. Voordien woonden we een stemmige avondwake bij, waar ik Gods aanwezigheid kon ervaren. Het wakker worden met een fantastisch mooie zonsopgang was onvergetelijk. De klanken die een priester-DJ op ons afvuurde bij het opstaan, deden me glimlachen en beseffen dat Kerk echt cool en bij de tijd mag zijn.
Ik zag ook voor het eerst de Paus in levende lijve en dat was bijzonder. Op enkele meters van waar we stonden, reed hij gewoon voorbij en wuifde naar ons.
Nu ik terug ben van de Wereldjongerendagen is mijn spiritueel vat gevuld. Ik kijk erop terug met een warm hart en ben vastbesloten verder te gaan op de weg die God met mij gaat.
Michiel Bonne
Een indruk van de Wereldjongerendagen
Vanzelfsprekend zijn er vele zaken die indruk zullen nalaten wanneer het gaat over een evenement als de wereldjongerendagen, desondanks wil ik het bij één indruk, of liever, de indrukken van één evenement uit het uitgebreide programma van deze dagen houden.
Eerste indrukken zijn belangrijk, dus wil ik mijn indruk delen van de openingsviering.
Op dinsdagavond, ongeveer anderhalf uur voor de start van de grote openingsmis begeef ik me richting van het Parque Eduardo VII. Een kaart in de hand en een ruw idee van de richting die ik uit moet, maar algauw blijken zowel de kaart als een voorbereidende route planning licht overbodig. Hoe verder ik ga, hoe meer groepen, hoe meer kleuren, hoe meer stemmen ik allemaal dezelfde richting zie gaan. Het is moeilijk om te twijfelen of je de juiste weg opgaat als vanuit alle richtingen de veelkleurige petjes en T-shirts van de wereldjongerendagen omtrekken.
Steeds meer en meer: telkens als de straten elkaar kruisen vermengt een geheel nieuwe mensenstroom zich met een andere. Dit gaat zo door tot je uiteindelijk bij een brede laan uitkomt; zo breed dat je er een kerk zou kunnen inpassen. Daar is van stoep tot stoep, tot waar de laan uitmond aan het plein met het standbeeld van Eduardo VII, een mensenmassa krioelend als een mierenhoop. Er is zang, er spelen instrumenten en vlaggen van landen, provinciën en verenigingen worden lustig rondgezwaaid.
Meegevoerd door de stroom aan mensen komt die langzaamaan tot een schuifelen en dan stilstand. Je staat schouder aan schouder, reikhalzend kijkend in de richting van de flessenhals aan het uiteinde van de laan, wachtend om verder naar voor te schuifelen.
Eindelijk loskomend uit de dichtere en dichtere drom komen nog zo’n drie of vier lanen, even breed en even druk, uit op een plein dat verborgen gaat onder het volk. Het altaar bevindt zich verder voorop, maar daar is al even geen plaats meer, beeldschermen rondom en centraal op het plein laten toe om de viering te volgen.
De ervaring van het opgaan naar, samendrommen voor, en uiteindelijke beleven van de viering deden me denken aan de wonderbare spijziging, althans hoe ik me dit gebeuren voorstel.
Ik vraag me af of de mensen daar en toen een gelijkaardige ervaring hadden als ik? Zowel zij toen, als wij op de wereldjongerendagen kwamen van heinde en ver, niet van de andere kant van de aarde weliswaar, maar van ver genoeg ‘enkel maar’ voor die Jezus, de Nazoreeër. Er waren toen allicht mensen die net zoals ik nog nooit op die plaats waren geweest, die niet zeker wisten waar of hoe een geruststelling vonden in het volgen van een gestaag aanzwellende stroom van anderen.
Samen op weg en eensgezind op zoek naar ontmoeting met Hem; omwille van hun geloof en vertrouwen. (Joh. 6, 2)
Toen reeds kwamen ze van her en der, bekeerd of nieuwsgierig gemaakt door de prediking van Jezus’ apostelen en zendelingen. Er zullen talen en dialecten gesproken zijn in die mensenmassa die men niet begreep; zeker geen Duits, Portugees, of Koreaans, maar het zal toch vreemd in de oren hebben geklonken.
Midden tussen de menigte die zich verzameld had zal men even reikhalzend staan turen en speuren om maar een blik op te vangen. Om toch maar te zien wie die wonderdoener was, en vanwaar de stem kwam die daar onderricht gaf aan de menigte.
Toentertijd gingen ze zitten op het gras (Joh. 6, 10), op het plein was er geen gras en zat ik op stenen, maar rondom het plein zaten de mensen op het gras en in de schaduw van bomen en opgaand naar het altaar waren er groene zoden vol van mensen. Het maakte weinig uit hoe ver of hoe dicht; aan de voeten van de meester of turend vanuit een boom als Zacheüs; allemaal luisterden we, net als toen.
Net als toen werd de massa gespijzigd na, of juist doordat, ze de lering hadden gehoord. Gezegend en geheiligd werd het brood uitgedeeld vanonder witte paraplu’s, niet dat het regende. De mensen stroomden toe en keerden terug en het brood ging eveneens weer heen; geen idee of er twaalf korven vol over waren.
Tot slot was er de zending en opnieuw vraag ik me af of men dit toen ervaarde. Enerzijds ben je verzadigd, opgelucht en vernieuwd en wil je dit de wereld rond dragen. Anderzijds wil je toch blijven op die plaats waar je samen bent, waar je verenigd was met zovelen en getuige was van iets wonderlijks.
Je gaat, weg van die plaats, wetend dat je terug zal keren, maar tot die tijd, je getuigenis in je meedraagt.
Tatwin (misdienaar en catechist in Merelbeke Centrum)